De Kruijter Public Lighting heeft in opdracht van de gemeente Dordrecht onderzoek gedaan naar de zichtbaarheid van voetgangers op oversteekplaatsen. De zichtbaarheid is berekend op basis van meetresultaten en met de zichtbaarheidsmethode van Dr. Ing. W. Adrian, een beproefd wetenschappelijk model voor het bepalen van de zichtbaarheid van een object. In een dynamische omgeving waarbij overstekende voetgangers en de naderende auto’s zich voortbewegen, is een zichtbaarheidsgetal van minimaal 22 vereist.
Om er zeker van te zijn dat een voetganger met diverse kleuren kleding zichtbaar is, is ervoor gekozen om zowel donkere als lichte kleding mee te nemen in de lichtmeting. Dit omdat donkere kleding tegen een lichte achtergrond mogelijk wel zichtbaar zou zijn en lichte kleding tegen een lichte achtergrond misschien niet. Ook de positie waarop de voetganger staat, is meegenomen in de meting. De afstand waarop de meting plaatsvindt, is de afstand waarop de automobilist nog veilig tot stilstand kan komen.
Om er zeker van te zijn dat het zicht niet wordt verminderd door verblinding is de verblinding van de openbare verlichting meegenomen in de lichtmeting. Dit door de sluierluminantie te meten op basis van een 50 jarige automobilist.
Bij het onderzoek is het lichtniveau in aanloop naar de oversteekplaats en erachter verhoogd. De bedoeling hiervan is om de automobilist te laten wennen aan het hoge lichtniveau op de oversteek. Door deze ontwerpbeslissing is het lichtniveau op de oversteekplaats en de achtergrond onbewust gelijkgetrokken waardoor het contrast en daardoor de zichtbaarheid afneemt.
Het verdient aanbeveling om te kijken naar een lagere lichtpunthoogte en geen verhoging van het lichtniveau voor en na de oversteek. Immers, de oversteek is vanuit de automobilist gezien slechts een smalle strook waar gewenning aan een hoger lichtniveau niet aan de orde is.
Door de vele metingen die zijn uitgevoerd, is vast komen te staan wat de reflectiefactor is van de diverse kleuren in relatie tot de achtergrond. Met deze wetenschap kan worden teruggerekend hoeveel licht er nodig is om alle kleuren kleding tegen de achtergrond zichtbaar te maken. Deze rekenexercitie is door De Kruijter Public Lighting uitgevoerd en komt overeen met eerdere bevindingen van wetenschappers uit een werkgroep van de Foundation for Civil Engineering Development, de universiteiten van Gdańsk en Warschau en het Research Institute of Roads and Bridges.
Ook hebben zij nagedacht over de wijze van meten van de verticale verlichtingssterkte. Hierbij wordt op 3 hoogtes gemeten (0,5 meter, 1,0 meter en 1,5 meter). Eerder opgestelde meetrasters, waarbij de rasterpunten op een hoogte van 1 meter lagen, gaven een te beperkt beeld om als basis voor een representatieve meting te dienen. Een voetganger is per slot van rekening langer dan 1 meter. Juist het gedeelte boven 1 meter is cruciaal voor de zichtbaarheid.
Het is dus van belang om de hoeveelheid licht af te stemmen op de helderheid van de omgeving. Hierdoor zullen overstekende voetgangers meer gaan afsteken tegen de achtergrond en zal de zichtbaarheid toenemen (voor de geadviseerde lichtniveaus zie tabel 1).
bron: afbeeldingen en tabel https://www.schreder.com/sites/default/files/2022-06/FOCUS_Pedestrian_crossings_2021-EN.pdf