Lichthinder in woonwijken kan zich manifesteren als de wijk net is opgeleverd of als er een ombouw naar led heeft plaatsgevonden. De oorzaak hiervan kan met vele factoren te maken hebben. De Kruijter bezoekt de locatie waar de hinder optreedt en gaat in gesprek met de beheerder en als dat nodig mocht zijn, ook met de gehinderde. Het eerste onderdeel dat bij nieuwbouw wordt onderzocht is of het lichtplan juist is ontworpen en is uitgevoerd. Staan de masten op de juiste plaats. Denk daarbij aan de 11 regels van mastlocaties die ervoor moeten zorgen dat er geen hinder optreedt. Vervolgens wordt gecheckt of de armaturen juist gedraaid op de lichtmast staan. Tot slot meten we de de hoeveelheid licht en intensiteit van de lichtbron in de richting van de gehinderde. Het onderzoek bestaat dus uit een inspectie over van het lichtplan, de wijze van uitvoering van het lichtplan en een lichtmeting. Deze meting wordt uitgevoerd met specialistische meet-apparatuur, die jaarlijks wordt gekalibreerd.
Doordat lichtplannen steeds vaker gratis worden aangeboden neemt het aantal klachten navenant toe. Ook de kennis bij de uitvoerende instantie over de juiste uitvoer van het lichtplan is bij hinder klachten vaak een issue. Daar komt nog bij dat het populaire lichtberekeningssoftware zoals Dialux Evo geen mogelijkheid heeft om de mate van hinder te berekenen. Dit is dan ook de reden waarom De Kruijter werkt met software pakketten waar dit wel mee kan. Tot slot is het gebruik van led armaturen met een heldere lichtkap erg populair omdat hiermee veel energie bespaard kan worden. Deze armaturen voldoen aan de (ver)oude(rde) Glare klasse, die steeds vaker in opspraak komt vanwege het veroorzaken van juist meer hinder. Zie voor meer informatie het onderdeel UGR metingen aan verlichtingsarmaturen.