De nieuwe methode levert een beetje armatuur-rendement in voor lichtcomfort en kost in de ontwerp- en fabricagefase meer inspanning. Dit vanwege het vergroten van het lichtgevend oppervlak en ontdoen van hoge piekhelderheden in het lichtgevende oppervlak. De oude vertrouwde verlichtingsarmaturen voor de woonstraat hebben een grote lichtbron voorzien van een aluminium spiegel en een geribbelde lichtkap. Het lichtgevend oppervlak is groot en er was geen sprake van hoge helderheidspieken.
Met de komst van led-armaturen voor de woonstraat is dat anders. Die bestaan uit een heldere lichtkap met boven in de kap een aluminium plaat, voorzien van leds met lenzen. Super efficiënt en goedkoop in fabricage, maar zeer verblindend voor bewoners. Tijd dus om terug te gaan naar de tekentafel. De huidige methodieken voor verblinding gaan uit van een puntbron en daar is niets mis mee als de armaturen een groot lichtgevend oppervlak hebben. Bij led is dat anders; daar maakt het lichtgevend oppervlak door de vele heldere puntjes wel degelijk het verschil.
Alle bekende methoden die in het verleden onderzocht zijn, zijn onder de loep genomen en hebben allemaal het probleem dat ze niet laten zien hoe verblindend een armatuur kan zijn. Is dat een manco bij de onderzoekers van destijds? Nee. Zij hadden immers niet te maken met de techniek van vandaag. Als we kijken naar wat hinder veroorzaakt, dan komen we op vier belangrijke pijlers uit, namelijk de grootte van het lichtgevend oppervlak, de helderheid van het lichtgevend oppervlak, de helderheid van de omgeving en de positie in het blikveld.
Al deze parameters staan in de UGR formule voor binnenverlichting. Is die dan 1 op 1 bruikbaar? Nee. Er moet nagedacht worden over de wijze van berekening en welke grenswaarden voor buitenverlichting van belang zijn. Alle lichtberekeningen voor het openbaar gebied maken gebruik van een zogenoemd CEN rekenraster en verblinding wordt bepaald door een waarnemer die zich in de lengterichting van het profiel beweegt. Dit is dan ook het uitgangspunt voor de nieuwe methode voor het bepalen van verblinding.
Ten eerste worden op het CEN rekenraster waarnemers geplaatst, per rasterpunt 1 waarnemer, net als bij het bepalen van de minimale verticale verlichtingssterkte (Ev min). Vervolgens wordt vanuit de waarnemer met de hoogste candela-waarde een opname gemaakt van het lichtgevend oppervlak. Het minimaal aantal pixels voor de opname en de grenswaarde of rand van het lichtgevend oppervlak zijn nauwkeurig vastgelegd in een uitgevoerd belevingsonderzoek onder waarnemers van 23 tot 60 jaar. Zo komt iedereen op dezelfde oppervlakte en helderheid van het lichtgevend oppervlak uit.
Ten tweede is de helderheid van de omgeving te bepalen door de berekende luxwaarde in te vullen in de omgevingsformule. Voor de hemelhelderheid wordt uitgegaan van 0,06 cd/m2, wat overeenkomt met het de waarde in de paper van R. Spierings at al / Exploring the Applicability of the Unified Glare Rating for an Outdoor Non-Uniform Residential Luminaire, 2022. Tot slot verdient de positie van de lichtbron, van het meest hinderlijke armatuur, in het blikveld de aandacht. Hiervoor is een grafiek opgenomen die meerdere keren is beproefd en voor het laatst in 2009 is geüpdatet. Dit is de Guth Position Index van W. Kim et al. / Building and Environment 44 (2009) 1017–1023. Inmiddels omgezet naar een tabel om sneller per waarnemers de bijpassende index-waarde te vinden.
De methode is overigens openbaar en kosteloos te downloaden van onze site of via de link in ons artikel, in de hoop dat we snel van de prikkende led-verlichting voor de woonstraat af zijn. Hoe eerder dit breed wordt opgepakt, hoe meer ervaring wordt opgedaan en dat bevordert de slagkracht en innovatie van de verlichtingsbranche. Een mooie en positieve ontwikkeling voor een ieder, denken wij.
De gemeente Den Haag heeft besloten om deze methode mee te nemen in de aanbesteding voor grootschalige led-vervanging in de woonstraten. Er is in opdracht van de gemeente Den Haag een handleiding geschreven voor het rekenen en meten van UGR-buiten en er is een handleiding gemaakt voor het vooraf kunnen berekenen van de UGR-buiten tijdens het ontwikkelproces van verlichtingsarmaturen buiten. De laatstgenoemde handleiding geeft een gedetailleerd stappenplan met uitgangspunten om tot een verblindingsvrij armatuur te komen.
De firma Focus Lighting uit Denemarken welke exclusief door Modernista wordt vertegenwoordigd op de Nederlandse markt heeft de Kruijter Openbare Verlichting opdracht gegeven om twee armaturen voor de woonstraat door te meten op basis van de UGR-buiten methode. De uitkomsten dienen vergeleken te worden met de geaccepteerde verblinding van conventionele armaturen. In de afgelopen decennia is de Nederlandse woonstraat volgezet met de Indal 2000, welke is voorzien van fluorescentie lichtbron. Dit armatuur behaalt in een standaard woonstraat volgens onze methode een UGR-buiten waarde van 33. Indien een led-armatuur een lagere waarde scoort zal deze minder verblinden en wanneer het gemeten led-armatuur conform de UGR-buiten hoger uitkomt dan 33 dan verblindt deze meer.
En sinds kort ook Lebaa-Lighting uit Nijverdal welke het eerste de kruijter UGR-buiten certificaat heeft ontvangen. Een andere optie indien u alleen de UGR-buiten waarde aangetoond wil hebben en verder geen onderbouwing wenst.
Voor nu is “33” de grenswaarde voor UGR-buiten. In de toekomst moet er meer wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden om een algemeen geaccepteerde en hanteerbare schaalverdeling te verkrijgen van niet hinderlijk tot onverdraaglijk. Het werken met deze methode levert kennis en ervaring op die de methode nog kan verfijnen. Niets doen, afwachten en oude paden uit het verleden bewandelen is wat ons betreft geen optie.
Ons motto is dan ook “Let’s work together” en kopieer gerust de handleiding. Link naar de handleiding